Aangezichtsverlamming

Beide kanten van het gezicht hebben een nervus facialis ofwel aangezichtszenuw. Deze zenuw stuurt de spieren aan die zorgen voor de expressie (mimiek) van het gezicht. Ook het sluiten van de ogen en mond wordt geregeld door deze zenuw. De aangezichtszenuw komt uit de hersenen en loopt door een nauw, benig kanaal in de schedel. Eerst langs het inwendig gehoororgaan, dan langs een middenoorbeentje (de stijgbeugel) om tenslotte tevoorschijn te komen in de oorspeekselklier, die voor het oor ligt. In deze speekselklier splitst de zenuw zich in verschillende takken naar de spieren van het gezicht. De aangezichtszenuw is vergeleken met andere zenuwen erg kwetsbaar.

De behandeling voor een aangezichtsverlamming heet ‘mimetherapie’. Mimetherapie, of revalidatie van de mimiek, is voor patiënten met restverschijnselen na een aangezichtsverlamming. De aangezichtsverlamming kan zich uiten door bijvoorbeeld een scheef gezicht, minder bewegingsmogelijkheden en/of ongewenst meebewegen van mond en/of oog. Een aangezichtsverlamming beïnvloedt niet alleen de mimiek, maar ook functies als eten, drinken, praten en emotionele expressies.

Het doel van de behandeling is de symmetrie in het gezicht te bevorderen, zowel in rust als bij bewegen. Tijdens de therapie leert de patiënt het verschil tussen spanning en ontspanning in het gezicht zien én voelen. Daarnaast leert men om het gezicht zo symmetrisch mogelijk te bewegen, zowel bij eten, drinken, praten als bij het uitdrukken van bepaalde emoties. Hierdoor kan men ook in het dagelijkse leven beter met de aangezichtsverlamming omgaan.
De aangezichtsverlamming of de restverschijnselen verdwijnen niet door de behandeling. Wel mag men verwachten dat door regelmatig te oefenen men meer controle krijgt over het gezicht en de gezichtsuitdrukkingen. De meeste mensen voelen zich daardoor prettiger en kunnen beter met de situatie omgaan.

De behandeling kan starten zodra er weer enige beweging aan de aangedane kant van het gezicht zichtbaar is. Vaak is het zinvol om in de fase dat er nog geen beweging mogelijk is de logopedist te consulteren voor uitleg, advies en het aanleren van massageoefeningen.