Gehoor

Communiceren is een combinatie van spreken en luisteren. Die twee functies horen bij elkaar en zeker als je een gesprek voert met iemand. Je reageert op wat de ander zegt en hoe jij dat (gesproken geluid) waarneemt. Hoe je hoort beïnvloedt de reactie. Als je iets niet helemaal verstaan hebt, vraag je om te herhalen. Omdat logopedie gaat over communicatie, kijkt de logopedist ook naar het gehoor.

Er kan namelijk sprake zijn van auditieve verwerkingsproblemen, aangeboren doofheid of slechthorendheid.
Bij auditieve verwerkingsproblemen zijn er problemen met de auditieve functies. Auditieve functies worden vaak uitgelegd als “wat we doen met wat we horen”. Oftewel: het verwerken van geluiden, klanken en spraak. Wanneer een probleem in één of meerdere functies bestaat, kan er sprake zijn van auditieve verwerkingsproblematiek.

Slechthorendheid is een hoorstoornis waarbij het gehoor licht tot zeer ernstig gestoord kan zijn. Een aangeboren slechthorendheid heeft invloed op de ontwikkeling van de taal en de spraak. Een kind dat zich normaal ontwikkelt, leert de betekenis van klanken door veel na te doen en te herhalen. Hij leert zijn eigen klanken bij te sturen, zodat die gaan lijken op de taal die hij hoort. Op deze manier leert het kind spreken. Als doofheid ontstaat nadat de spraak- en taalontwikkeling (grotendeels) zijn voltooid, wordt dit doofheid op latere leeftijd genoemd. De patiënt heeft dus gewoon leren spreken en de verstaanbaarheid van de spraak is goed. Dit is een groot verschil met de aangeboren doofheid of de doofheid die op zeer jonge leeftijd optreedt.